schrijver - redacteur - auteursbegeleider

Auteur: Foske (Pagina 1 van 2)

Tienduizend uur

Tienduizend uur. Ik heb weleens gehoord dat het zoveel tijd neemt om ergens echt goed in te worden.

Tienduizend uur. Dat is heel wat. 1250 volle werkdagen. 250 volle werkweken. 5 volle jaren.

Wat deed ik tienduizend uur?
In elk geval: lezen. Eindeloos, altijd en overal, meerdere boeken per week, al voor ik naar de kleuterschool ging. En nog, vrijwel elke dag, elk weekend, elke vakantie. Er zijn zó veel mooie verhalen, gedichten, boeken. Dit weekend trakteerde ik mezelf bijvoorbeeld op een uurtje met de poëzie van Robert Frost, en dan kun je er als mens toch weer helemaal tegen.

Wat deed ik verder tienduizend uur? (Dag)dromen. Mensen observeren. Mensen liefhebben. Mooie basis als je over de liefde schrijft…

En jullie?

Wandeling

Dit weekend wandelde ik in het winterse bos met iemand die ik al 1,5 jaar ken. Ik dacht dat ik haar goed kende. Maar ze verraste me. Ze was boos. Veel bozer dan ik doorhad.
En aangezien ze de hoofdpersoon is in het boek dat ik nu aan het bijschaven ben, deel 2 van de Buitenliefde-serie, was dat best belangrijke informatie 😉

Zo tof, en raar, dit!

Ik heb andere auteurs weleens gehoord over een virtuele koffiedate met hun personages.
Vond het grappig, leuk bedacht, ook een beetje gezocht. Nu wandelde ik in het prachtig berijpte bos, dacht aan een scène die nog niet soepel liep en voelde naast een tikje schroom ook nieuwsgierigheid. Waarom ook niet. Stel dat ik hier met haar zou lopen.

En baf. Daar was ze. En ze was BOOS.
Na even begreep ik ook waarom, en dat maakte meteen zoveel duidelijk. Wat zij te doen heeft, en dus ook wat ik te doen heb als schrijver.
Was naar huis gehúppeld als het niet zo glad was geweest.

Hoop dat deze virtuele dialoog inwendig bleef maar als ik toch op enig moment in mezelf heb lopen praten, sorry medewandelaars, so be it 😉

Deze zit vanaf nu in de schrijf-toolbox. Nog andere leuke, out-of-the-box tools die er echt in moeten?

Koudwatervrees



Bovenaan de to do list: schaven aan Buitenliefde deel 2, het vervolg op Naar het eiland. De feedback op de eerste versie was mooi en eerlijk en helpend. Lekker, input op het schrijven, kom maar op. Maar dan. Ja, dan begint het puzzelen.

Het verhaal, en ikzelf, hadden twee weken vakantie gehad. En ik draaide er al een paar dagen omheen. Hield het verhaal in mijn hoofd, bekeek het van een afstandje, liet het los, kwam toch weer terug. Maar ik schreef, of veranderde, niets. Ik voelde een aarzeling, een diep ademhalen haast, voor er weer in te duiken. Er was ander werk, een huis, een gezin, van alles wat ‘gelukkig’ ook aandacht nodig had. Maar het was ook uitstel. En ik wist, hoe langer ik wacht, hoe groter de drempel.

Net als de hoofdpersoon in dit verhaal zwem ik graag buiten en schrijven na een pauze, zeker herschrijven, is soms net als dat koude zwemwater in duiken. Je weet dat het goed is, dat de temperatuur vaak (niet altijd…) meevalt, dat je je tintelend en levend en fris zal voelen, dat alles weer gaat stromen als je erdoor bent, maar toch…

Gister het schrijfwater weer in gedoken. De watertemperatuur viel mee, gelukkig 😉

Medeschrijvers, makers, herkenbaar, die koudwatervrees soms na een pauze?

(Foto: Zweden, zomer ’23. Kamperen, water- en luchttemperatuur 12°, ’s ochtends en ’s avonds wolkjes bij het uitademen. Toch elke dag gezwommen. Alle dagen geaarzeld, nul dagen spijt 🤍)

Droom?

Was het echt? Of was het een droom?

De sneeuw die één dag alles wit kleurde. De lange, tijdloze kerstvakantie.

Een dag, een week, een jaar, de tijd dat mijn jongens klein genoemd mochten worden, dat soort dingen.

Ik voel weemoed én vreugde na elke vakantie. Om het verglijden van de tijd, het zo dierbare samenzijn dat er was en het ook zo dierbare alleenzijn dat er nu weer meer komt. Zin en geen zin. Beide kanten op vraagt schakelen.

Is het leven echt? Of is het een droom? vroeg onze jongste. En hoe kun je dat zeker weten?
Af en toe bedenkt hij iets, om het te testen. Maar tot op heden blijkt niks echt foolproof. We zijn er nog niet uit.
En maakt het uit, hoe het zit? Ook daar zijn we nog niet uit.

Hoe het ook zit, wees aanwezig. Dit leven, of deze droom, heb je. Wees erbij.

Ook daarom schrijf ik. Om aanwezig te zijn, in mezelf, met de ander, en in de ervaringen. Schrijven als escape én schrijven als anker in de werkelijkheid.

Fantastisch als er een mooi verhaal, een publicatie, een boek uit voortkomt. En dat anderen dat lezen, met plezier, interesse, gevoel, is ook fantastisch. Maar voor mij heeft het z’n nut dan allang bewezen.

Mooie dag, of droom, vandaag!

🤍

Midwinter

Midwinter, wanneer ik dit schrijf. De kortste dagen, de langste nachten.
De natuur is in rust deze dagen. Stil, de energie naar binnen gekeerd, een pas op de plaats, voor straks in de lente alles weer mag uitlopen.
Mooie uitnodiging…

Vertraag, verstil, neem rust en ruimte, waar dat kan. Adem uit. Hoef niks. Hou een lief mens vast, of een boek, een warm dekentje, een kop thee, de kat, jezelf.

Het licht komt de komende tijd vanzelf langzaam weer terug, en daarmee de behoefte aan actie en doen. Deze tijd nodigt ons uit om simpelweg te zijn. Opladen. De bron weer vullen.

🤍

Hoe blijf je op koers?



Schrijven is ook, veel meer dan mensen soms denken, jezelf managen om allerlei hindernissen heen. Interne hindernissen (bij mij vaak: te veel willen, te veel doen en dan crashen). Externe hindernissen (in deze fase vaak: kinderen ziek, docenten van de kinderen ziek, studiedag, projectweek, rapportweek e.d.).

De kunst: je niet te laten ontmoedigen. Al doende leren het schrijven in je dagen te weven, de kraan te laten stromen.

Onze jongste kwam alweer even geleden eens met een raadseltje. Hoe eet je een olifant?
Het antwoord: hapje voor hapje.

Elke grote opgave of grote prestatie, elke koerswijziging, begint met een klein stapje, hapje, brokje, een kleine bijsturing. Doe dit consequent en je pakt iets groots aan, maakt iets groots, verandert iets groots. Langzaam maar zeker. James Clear schreef er met Atomic Habits een mooi boek over, maar de olifant werkt voor mij ook 😉

Ik vond de uitspraak over de olifant zo mooi, en zo bemoedigend, dat ik hem heb laten terugkomen in mijn debuut Naar het eiland. Tijdens het schrijven schreef ik over wat me hielp bij het schrijven en zo werd dat een mooie cirkel.

Dus schrijvers (en andere makers, dromers, bouwers, vormgevers van het leven…): hou vol! Elke dag een hapje.

Waar struikelen jullie over? En wat helpt je om op koers te blijven?

Schrijfroutine



Ik schrijf vooral doordeweeks, als de kinderen naar school zijn en mijn partner naar zijn werk.

De jongste mag ik nog naar school brengen 🤍 Zijn school ligt aan het park, meestal plak ik er meteen een wandeling aan vast. Fris lijf, fris hoofd. Het is heerlijk om een stukje natuur zo goed te kennen dat je alle kleine verschillen van de seizoenen ziet en meemaakt.

Een kop thee, laptop open, en de rest van de ochtend is werktijd. Schrijftijd, of tijd met andermans boek voor mijn werk als redacteur/persklaarmaker. Gewoon thuis, aan de keukentafel of aan mijn werkbureau boven. De katten vinden het leuker als ik beneden werk 😉 Ik werk tot de lunch, gun mezelf dan een kleine siësta (niks is beter voor je humeur!), en de middag is voor huis, tuin, gezin. Simpel en effectief.

Naar het eiland schreef ik in een paar maanden tijd, het vervolg ook weer. Daarna vind ik het fijn om even pauze te hebben. Na verloop van tijd gaat het weer volop borrelen en begin ik aan een volgend project. Een boek per jaar is sowieso goed te doen zo, voelt als een mooi ritme.

Notitieboekjes



Geen (kantoor)boekhandel is veilig.
Voor elke gelegenheid gebruik ik een ander notitieboekje en dan liggen er nog minstens twintig te wachten tot ze aan de beurt zijn. Mijn kinderen weten de secret stash inmiddels ook te vinden.

Het is genoeg, meer dan. Maar zo’n kersverse, maagdelijk onbeschreven, krakend nieuwe… Ik kan het toch maar moeilijk weerstaan.

Toen mijn roman Naar het eiland verscheen, mocht ik mezelf wat nieuwe boekjes cadeau doen, tot hilariteit van het thuisfront. Verder probeer ik het te doseren. Met wisselend succes 😉

Herkenbaar?Activeer om grotere afbeelding te bekijken,

Slaapkamerdeur open of dicht?

In mijn roman Naar het eiland staan diverse expliciete liefdesscènes. ‘Spicy’, zoals dat in boekenland zo mooi wordt genoemd. (Ik krijg altijd honger van dat woord…)

Dit was geen bewuste keuze vooraf, maar al schrijvend vond ik het jammer, en raar, en gekunsteld, om te stoppen bij de slaapkamerdeur. Er bleek zoveel gevoel en karakter van de hoofdpersonen ook in deze scènes te zitten. En ik vind de puzzel leuk, hoe schrijf je over wat zich tussen de lakens afspeelt zodat je het als lezer wel voelt, maar dat het niet plat of clichématig wordt? Schrijven is een ambacht, ook hierbij.

Niet iedereen houdt ervan, en dat snap ik ook. Maar ik lees het zelf graag, kan erg genieten van een mooie liefdesscène, vind het jammer als daaraan voorbij wordt gegaan. Van veel lezers heb ik teruggekregen dat ze ook, juist, deze scènes erg waardeerden.

Wat vinden jullie, slaapkamerdeur open of dicht in boeken?

« Oudere berichten

© 2025 Foske de Kruijf

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑